
Dynamic Load balancing
Dynamic Load balancing
Een DLB-pack (Dynamic Load Balancing) zorgt ervoor dat jouw elektrische voertuig wordt opgeladen zonder het stroomnet in huis te overbelasten. De sensor meet het totale stroomverbruik van de woning via een stroommeter bij de hoofdschakelaar. Op basis van deze informatie kan het laadvermogen van de ThunderCord of SMART-pack aangepast worden.
In combinatie met onze ThunderCord laadkabels of de SMART-pack kun je slim schakelen of automatisch regelen wanneer laden wel of niet mag plaatsvinden.
In deze handleiding zal dit proces nader toegelicht worden.
De communicatie tussen de DLB-pack en de lader verloopt via Wi-Fi. Wanneer er geen verbinding is, werkt de load balancing niet!
Een SMART-pack kan alleen het laden aan of uit zetten. Het laadvermogen aanpassen is alleen mogelijk met de ThunderCord.
Voorbereiding: Installeer de app en koppel je apparaten
Voordat we verder gaan, zorg ervoor dat de Tuya Smart APP of Smart Life APP is geïnstalleerd op je smartphone. Voeg vervolgens alle EVshield apparaten toe aan de app en controleer of ze online zijn.
Dit geldt voor de ThunderCord, SMART-pack en de DLB-pack. Alleen wanneer alle apparaten correct verbonden zijn via Wi-Fi, kan de Dynamic Load balancing goed werken.
Bij het instellen van Dynamic Load Balancing (DLB) is het belangrijk om te weten welke fysieke stroomkabel overeenkomt met welke fase in de meting. Zo kun je de juiste automatiseringen instellen in de Tuya-app.
De standaard kleurcodering is als volgt:
Fase X = L1 = BRUIN
Fase Y = L2 = ZWART
Fase Z = L3 = GRIJS
Zorg ervoor dat de aansluitingen van de DLB-pack overeenkomen met bovenstaande kleurvolgorde. Dit voorkomt foutieve metingen. Bij twijfel kan een elektricien of installateur helpen met de juiste adercodering te bepalen.
Om te voorkomen dat je woning overbelast raakt wanneer de DLB-pack offline is (bijv. door een internetstoring), stel je eenvoudig een automatisering in via de APP:
Open de APP.
Tik op “+” in de rechter-bovenhoek om een nieuwe Scene toe te voegen.
Kies “Wanneer apparaatstatus verandert”.
Selecteer de DLB-pack en kies de trigger:
Status = Offline.
Voeg een actie toe:
Kies de ThunderCord of SMART-pack.
Selecteer de functie “Uitschakelen” (laden stoppen).
Sla de scene op met een duidelijke naam, bijvoorbeeld:
“DLB offline”
Zo voorkom je dat de auto blijft laden wanneer de DLB-pack geen gegevens meer doorstuurt. Een kleine handeling die grote schade voorkomt!
In deze stap stellen we een automatisering in waarbij het laadvermogen automatisch wordt verlaagd op basis van het actuele stroomverbruik. Deze functie werkt alleen in combinatie met de ThunderCord, omdat alleen deze lader het laadvermogen dynamisch kan aanpassen.
De instructies zijn grotendeels gelijk aan Stap 1:
Open de APP.
Tik op “+” in de rechter-bovenhoek om een nieuwe Scene toe te voegen.
Kies: “Wanneer apparaatstatus verandert”.
Selecteer de DLB-pack en kies als “IF” triggers:
Stroom (Current) fase X
Stel een waarde in, bijvoorbeeld hoger dan 16A.
Voeg een actie toe:
Selecteer de ThunderCord.
Kies “Current” (laadstroom instellen).
Vul de gewenste waarde in, bijvoorbeeld 6A.
Sla de automatisering op met een herkenbare naam, bijvoorbeeld: “DLB 16A”
Deze automatisering kan op meerdere niveaus ingesteld worden (bijvoorbeeld bij 16A, 20A, 24A, etc.).
Het advies is om zo min mogelijk scenes aan te maken, om te voorkomen dat de laadstroom voortdurend heen en weer schakelt, dit noemen we “pendelen”.
Normaliter zijn vijf scenes voldoende voor een eenvoudige én stabiele Dynamic Load Balancing. In de APP worden zijn alle scènes tegelijk actief, dat betekent dat als je meerdere scènes maakt zonder goede afbakening, je ThunderCord onbedoeld terugschakelt – zelfs als er eigenlijk nog ruimte is om met hoger vermogen te laden.
Stel je hebt een hoofdzekering van 3x25A, dan kun je het vermogen van de ThunderCord sturen op basis van het beschikbare restvermogen.
Stroom fase X, Y of Z ≥ 24A
Actie: ThunderCord UIT
Stroom fase X, Y of Z ≥ 21A EN < 24A
Actie: ThunderCord op 6A
Stroom fase X, Y of Z ≥ 16A EN < 21A
Actie: ThunderCord op 12A
Stroom fase X, Y of Z ≥ 10A EN < 16A
Actie: ThunderCord op 20A
Stroom fase X, Y of Z < 10A
Actie: ThunderCord op 25A
Scene | Hoofdzekering 25A | Actie ThunderCord | Opmerking |
---|---|---|---|
DLB- STOP |
≥ 24A | Lader uitschakelen | Veiligheidsstop, hoofdzekering beschermen |
DLB- MIN |
≥ 21A en < 24A | Stel laadstroom in op 6A | Minimale belasting behouden |
DLB- MID |
≥ 16A en < 21A | Stel laadstroom in op 12A | Matig laden bij gemiddeld verbruik |
DLB- NORM |
≥ 10A en < 16A | Stel laadstroom in op 20A | Normaal laden, nog marge aanwezig |
DLB- MAX |
< 10A | Stel laadstroom in op 25A | Volledig laden, huisverbruik is laag |
Scene | Hoofdzekering 35A | Actie ThunderCord | Opmerking |
---|---|---|---|
DLB- STOP |
≥ 34A | Lader uitschakelen | Veiligheidsstop, hoofdzekering beschermen |
DLB- MIN |
≥ 30A en < 34A | Stel laadstroom in op 6A | Minimale belasting behouden |
DLB- MID |
≥ 22A en < 30A | Stel laadstroom in op 16A | Matig laden bij gemiddeld verbruik |
DLB- NORM |
≥ 12A en < 22A | Stel laadstroom in op 25A | Normaal laden, nog marge aanwezig |
DLB- MAX |
< 12A | Stel laadstroom in op 32A | Volledig laden, huisverbruik is laag |
In deze stap stellen we een automatisering in waarbij het laden automatisch wordt gestart of gestopt op basis van het actuele stroomverbruik. Deze functie werkt met de SMART-pack, die het laden alleen in- of uitschakelt — het laadvermogen zelf kan niet worden aangepast.
De instructies zijn grotendeels gelijk aan Stap 1:
Open de APP.
Tik op “+” in de rechter-bovenhoek om een nieuwe Scene toe te voegen.
Kies: “Wanneer apparaatstatus verandert”.
Selecteer de DLB-pack en kies als “IF” triggers:
Stroom (Current) fase X
Stel een waarde in, bijvoorbeeld hoger dan 16A.
Voeg een actie toe:
Selecteer de SMART-pack.
Kies de functie “Uitschakelen” (stoppen met laden).
Sla de automatisering op met een herkenbare naam.
Je kunt deze automatiseringen herhalen voor meerdere drempelwaardes. Houd er rekening mee dat alle scènes tegelijk actief zijn in de APP. Zonder goede afbakening kan het systeem eerder uitschakelen dan nodig, of niet meer inschakelen bij laag verbruik.
Omdat je het laadvermogen niet kunt bijstellen, werken we hier alleen met aan/uit-schakeling. Door duidelijke grenzen te stellen, voorkom je pendelen (voortdurend in- en uitschakelen) en zorg je voor stabiel gedrag. Deze instellingen moeten afgestemd worden op het maximale vermogen van de laadpaal, in dit voorbeeld rekenen we met een laadpaal van 16A: 3,7kW bij 1-fase en 11kW bij 3-fasen.
Scene-naam | Hoofdzekering 25A | Actie SMART-pack | Opmerking |
---|---|---|---|
DLB-STOP | ≥ 24A | Uitschakelen | Veiligheidsstop, hoofdzekering beschermen |
DLB-START | ≤ 18A | Inschakelen | Voldoende marge om te laden |
Scene-naam | Hoofdzekering 35A | Actie SMART-pack | Opmerking |
---|---|---|---|
DLB-STOP | ≥ 34A | Uitschakelen | Veiligheidsstop, hoofdzekering beschermen |
DLB-START | ≤ 28A | Inschakelen | Voldoende marge om te laden |
Let op: Door een duidelijke marge tussen stop en start (bijvoorbeeld 24A vs. 18A), voorkom je dat de lader direct weer aangaat zodra het verbruik iets daalt. Deze marge heet hysterese, en zorgt voor rustiger schakelen.